“We mogen trots zijn op hoe wij deze coronacrisis zijn doorgekomen”
Maart en april waren bewogen maanden. Naast de zorg, draaiden ook zuurstofleveranciers op volle toeren om te kunnen beantwoorden aan de explosief stijgende vraag naar medicinale zuurstof. “Begin april hadden we per dag dubbel zoveel aanvragen”, vertelt Perry Sanders, directeur van Westfalen Medical. We blikken met hem terug op de afgelopen periode.
Hoe fit sommige patiënten ook waren vóórdat ze geïnfecteerd raakten met corona, het virus kan ervoor zorgen dat de conditie volledig wegvalt. Zij hebben extra zuurstof nodig om aan te sterken, de conditie op te bouwen en weer enigszins een ‘normaal’ leven te kunnen leiden. “Dat is heel confronterend”, zegt Perry. “Je kunt nog zo gezond zijn, een virus als dit laat zien hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn. Sommige patiënten herstelden al na een paar dagen, maar de meesten waren tien tot veertien dagen, of zelfs langer, afhankelijk van zuurstof. Spijtig genoeg valt er ook een deel te betreuren dat niet herstelde en aan het virus kwam te overlijden.”
Dubbel zoveel aanvragen
De afgelopen periode zijn alle zeilen bijgezet om zowel patiënten in ziekenhuizen en cohort-locaties, als (ex)patiënten in de thuissituatie van voldoende zuurstof te voorzien. Perry: “Eind februari zagen we het drukker worden. Eind maart, begin april hadden we een piek. Waar we normaal gesproken zo’n dertig aanvragen per dag binnenkrijgen, zaten we toen op een recordaantal van vijftig tot zestig aanvragen. In de afgelopen maanden hebben we er bijna vijfhonderd coronagerelateerde cliënten bijgekregen, naast de reguliere cliënten. Daar was onze reguliere voorraad zuurstofapparatuur niet op berekend. Daarom hebben we zeer veel extra zuurstofapparatuur moeten inkopen. Mochten we het daarmee niet redden, dan lagen er plannen om met alternatieve voorzieningen toch zuurstof te kunnen leveren. Gelukkig hebben we het kunnen redden met de reguliere apparatuur.”
“We hebben veel moeten omgooien”
Naast alle extra zuurstofapparatuur, moesten er ook veel beschermingsmiddelen worden geregeld en protocollen worden opgesteld om de veiligheid van onze medewerkers te kunnen borgen. Perry: “We leveren ook aan Ziekenhuis Bernhoven in Uden – wat destijds een coronabrandhaard was – en aan meerdere cohort-locaties in de omgeving. Onze medewerkers moesten soms speciale pakken dragen, bijvoorbeeld in het Fletcher hotel in Helmond (onderdeel Zorgboog). Alleen op deze wijze was de afdeling toegankelijk. Dat maakte veel indruk, het coronavirus was altijd nog ver weg, maar kwam toen heel dichtbij. Ook organisatorisch hebben we veel moeten omgooien. Zo hebben we onze logistieke en technische afdeling moeten opsplitsen in twee magazijnen, zodat als er in één magazijn sprake was van een zieke, we operationeel konden blijven vanuit het andere magazijn. Op deze manier konden we de beschikbaarheid van zuurstof blijven borgen.”
Het maximale eruit gehaald
Nu het land weer meer en meer opengaat, is het veilig te stellen dat we de eerste golf achter de rug hebben. Perry: “Op dit moment zitten we nog op vier à vijf extra aanvragen per week. We hebben onlangs de afgelopen periode geëvalueerd in een afsluitend overleg met ons crisisteam. Daaruit kunnen we concluderen dat we er goed uit zijn gekomen. Daar ben ik al onze medewerkers enorm dankbaar voor, ze hebben soms hele weekenden doorgehaald. Al met al hebben we goede zorg weten te bieden, in een situatie die ook voor ons totaal nieuw was. Dat heeft ons ook veel gebracht. Het dwingt je anders naar de processen te kijken en daar leer je van.”
Hopelijk blijft ons een tweede golf bespaard, maar mocht deze er onverhoopt komen, dan zijn we voorbereid. “We hebben nu de draaiboeken, protocollen en inzichten om de gevolgen van een eventuele tweede golf het hoofd te bieden. Ik geloof echt dat we er sterker uit zijn gekomen. We mogen trots zijn op onszelf.”